Nokia 9110i Communicator - Fax-instellingen

background image

Fax-instellingen

Druk op Settings (Instellingen) in het beginvenster van Fax om de instellingen
voor alle faxen te wijzigen.

Cover page (Voorblad) — Biedt de volgende opties:

Header (Koptekst) — De inhoud van het voorblad wordt gekoppeld aan het
begin van de eerste documentpagina.

Separate page (Aparte pagina) — Alleen de inhoud van het voorblad wordt
op de eerste pagina van de fax weergegeven.

None (Geen) — Er wordt geen voorbladinformatie aan de fax gekoppeld. De
eerste pagina van het document wordt de eerste faxpagina.

Begin sending (Verzendtijd) — Hiermee bepaalt u wanneer de fax wordt verzonden:

Immediately (Direct) — De fax wordt direct verzonden.

At [time] (Om [tijd]) — U kunt aangeven op welk tijdstip de fax wordt
verzonden. Gebruik de tijdnotatie uu:mm. Deze optie maakt het mogelijk
goedkopere beltijden te gebruiken.

Receive resolution (Ontvangstresolutie):

Standard (Standaard) — De fax wordt ontvangen met een resolutie van 200
(breedte) x 100 (hoogte) dots per inch (dpi).

Fine (Fijn) — (200 x 200 dpi). Het ontvangen van faxen met een fijnere
resolutie duurt langer en vereist bijna twee keer zoveel geheugen als de
standaardresolutie.

Send resolution (Verzendresolutie):

Standard (Standaard) — 200 x 100 dpi.

Fine (Fijn) — (200 x 200 dpi). Het verzenden van faxen met een fijne
resolutie duurt langer en vereist tijdelijk meer geheugen dan wanneer u de
standaardresolutie gebruikt.

Logo file (Logobestand) — Hiermee kunt u bijvoorbeeld het logo van uw bedrijf
toevoegen aan het faxvoorblad. Het logobestand moet eerst worden
opgeslagen met de GIF- of JPEG-indeling in de map Downloaded files
(Opgehaalde bestanden). Het logo wordt niet op het scherm weergegeven.

Tip: u kunt ontvangen faxen met het programma PC Suite
overbrengen naar een pc. Let echter op dat deze faxen
worden omgezet naar een TIFF-bestand. Als u alle pagina's
van een fax op een pc wilt bekijken, hebt u een grafisch
programma nodig (bijvoorbeeld Windows Imaging).

background image

72

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

No image (Geen) — Er wordt geen logo aan de fax gekoppeld.

[Bestandsnaam] — Alle beschikbare bestanden in de map Downloaded files
(Opgehaalde bestanden) worden in het venster weergegeven. Selecteer het
bestand dat u aan de fax wilt koppelen.

Signature file (Handtekeningbestand) — Hiermee kunt u uw handtekening aan
het faxvoorblad toevoegen. Het handtekeningbestand moet eerst worden
opgeslagen met de GIF- of JPEG-indeling in de map Downloaded files
(Opgehaalde bestanden). De handtekening wordt onder aan het veld Remarks
(Opmerkingen) geplaatst, maar niet op het scherm weergegeven.

No image (Geen) — Er wordt geen handtekening aan de fax gekoppeld.

[Bestandsnaam] — Alle beschikbare bestanden in de map Downloaded files
(Opgehaalde bestanden) worden in het venster weergegeven. Selecteer het
bestand dat u aan de fax wilt koppelen.

Fax call barring (Fax sperren) — Met deze netwerkdienst kunt u beperkingen
aanbrengen aan uitgaande en inkomende faxen.

Fax call diverting (Fax doorschakelen) — Met deze netwerkdienst kunt u
inkomende faxen naar een andere fax doorschakelen. Zie ”Instellingen van de
toepassing Telephone” op pagina 60 voor meer informatie over het wijzigen
van de instellingen voor doorschakelen en sperren.

Resend (Opnieuw verzenden) — Hiermee bepaalt u welke pagina’s opnieuw
worden verzonden als de faxverzending is mislukt en er een nieuwe poging
wordt gedaan.

All pages (Alle pagina’s) — Alle pagina’s worden opnieuw verzonden.

Missed pages (Ontbrekende pagina’s) — Alleen de pagina’s die niet geheel
zijn verzonden, worden opnieuw verzonden.

ECM — Als de foutcorrectiestand is ingeschakeld, worden alle faxen met fouten
automatisch opnieuw naar u verzonden totdat de fouten zijn gecorrigeerd.

Fax polling (Faxaanvraag) — In sommige netwerken kunt u een faxnummer
kiezen dat is opgegeven door het netwerk en vervolgens bepaalde informatie
via een faxapparaat ontvangen. Neem contact op met de netwerkexploitant
voor meer informatie.

Alternate fax receiving (Telefoon-/faxontvangst) — Standaard moet deze
instelling zijn ingesteld op As fax (Als fax). Als uw netwerk vereist dat u
afwisselend gesprekken en faxberichten ontvangt, moet u de instelling As
voice/fax
(Als gesprek/fax) kiezen. Deze instelling geldt ook voor de
faxmodemtoepassing.

Opmerking: als u Fax polling
(Faxaanvraag) inschakelt, wordt
Fax polling een van de opdrachten
in het beginvenster van FAX.

background image

73

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.