Nokia 9110i Communicator - De klok

background image

De klok

Met de toepassing Clock kunt u de tijd en de datum weergeven voor de
tijdzone waarin u woont en voor de tijdzones van diverse andere steden en
landen over de gehele wereld. De klok beschikt ook over een alarmfunctie.

Een signaal instellen

U kunt een signaal instellen voor het komende etmaal. Signalen voor latere
tijdstippen kunt u instellen met de toepassing Calender.
1 Druk op Alarm clock (Signaalklok) in het beginvenster van Clock.

2 Druk op “+” of “-” om de tijd in het venster van de signaalklok aan te

passen. Elke keer dat u de toets indrukt, wordt de tijd in stappen van één
minuut gewijzigd. Als u de toets langer ingedrukt houdt, wordt de tijd
gewijzigd in stappen van een kwartier.

3 Druk op OK om het ingestelde signaal te accepteren. Zodra er een alarm is

ingesteld, ziet u het belpictogram en de tijd van het alarmsignaal in het
beginvenster van Clock.

Er kan maar één signaal tegelijk actief zijn. Als er al een signaal actief is, ziet u
andere opdrachten. Een teller rechtsonder in het venster geeft aan over
hoeveel tijd het signaal afgaat.

Druk op Change alarm time (Signaaltijd wijzigen) als u de tijd van het signaal
wilt wijzigen.

Druk op Delete alarm (Signaal verwijderen) als u het signaal wilt annuleren.

Figuur 2

Opmerking: signalen worden volgens
de locale tijdzone ingesteld. Als u
naar een andere tijdzone gaat, moet
u niet vergeten de tijd aan te passen.

background image

142

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

Het signaal afzetten

1 Wanneer het signaal afgaat, kunt u het uitzetten door op een willekeurige

toets van de telefooninterface of de communicator te drukken.

2 Druk op de toets OK. Als u niet op deze toets drukt, gaat het signaal nog

vier keer af (tenzij u tussentijds op OK drukt). Is het signaalinterval
ingesteld op nul, dan gaat het signaal maar één keer af. U stelt het
signaalinterval in met de klokinstellingen.

Wereldtijd

De wereldtijd (figuur 3) activeert u met de opdracht World time in het
beginvenster van de toepassing Clock.

In het vak Home (Thuis) staan de volgende gegevens: de naam van de
geselecteerde thuisstad, land, tijd, datum en zomertijd/wintertijd is.

In het vak Destination (Bestemming) staat dezelfde informatie voor de
geselecteerde stad van bestemming, alsmede het internationale
toegangsnummer dat nodig is om vanuit de thuisstad naar de
bestemmingsstad te kunnen bellen.

Op de wereldkaart wordt de stad van bestemming met een kruis aangegeven.

Een bestemming selecteren

1 Druk op Set destination (Bestemming instellen).

2 Selecteer een stad uit de lijst. (U doorloopt de lijst met de pijltoetsen).

3 Druk op OK.

Figuur 3

Tip: u selecteert sneller een stad uit
de stedenlijst door de eerste letter
van de stad te typen. De eerste stad
wordt gemarkeerd waarvan de
naam met die letter begint.

background image

143

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

Steden bewerken en toevoegen

1 Druk in het venster met de wereldtijden op Cities (Steden). De lijst met

steden wordt geopend.

2 U wijzigt bestaande steden door op Edit city (Stad bewerken) te drukken.

De stadsinformatie wordt weergegeven in de vorm van een gegevenskaart
met de volgende velden:

City (Stad) — De naam die wordt weergegeven in de stedenlijst. U kunt de
naam van een stad handmatig invoeren.

Country (Land) — De naam van het land waarin de stad ligt. U selecteert de
naam van een land uit de landenlijst.

Area code (Netnummer) — Het netnummer van de stad. U kunt het
netnummer met of zonder landnummer invoeren. Er kunnen alleen cijfers
worden ingevoerd.

GMT offset (Verschil met GMT) — Geeft aan hoeveel de lokale tijd afwijkt
van de Greenwich Mean Time. Selecteer in de lijst een waarde voor het
verschil. Het verschil kan lopen van –12 tot +12 uur.

Set position (Positie bepalen) — Hiermee opent u een venster met een
wereldkaart waarop u de positie van de stad kunt aangeven door met de
pijltoetsen het kruis te verplaatsen. Druk op OK als het kruis op de
gewenste plaats staat.

U maakt een kaart voor een nieuwe stad door op Add city (Stad toevoegen) te
drukken.

U verwijdert een stad uit de lijst door op de toets Delete city (Stad
verwijderen) te drukken. De huidige thuisstad kan niet worden verwijderd.
Hiervoor moet u eerst de thuisstad wijzigen.

Clock-instellingen wijzigen

1 Druk op Settings (Instellingen) in het beginvenster van Clock.

2 Selecteer de instelling die u wilt veranderen, en druk op Change (Wijzigen)

of typ de nieuwe tijd of datum met het toetsenbord.

Home city (Thuisstad) — Selecteer de thuisstad door met de pijltoetsen
door de stedenlijst te bladeren. Selecteer uw thuisstad en druk op OK. Als
u een stad selecteert die in een andere tijdzone ligt dan uw huidige
thuisstad, wordt de systeemtijd gewijzigd.

Time (Tijd) — Geef de nieuwe tijd op in de tijdnotatie die in System settings
(Systeeminstellingen) is ingesteld.

Date (Datum) — Geef de nieuwe datum op in de datumnotatie die in
System settings is ingesteld.

Alarm interval: 0/1/2/3/4/5 minutes (Signaalinterval: 0/1/2/3/4/5 minuten)
Kies een interval tussen de signalen. Als u 0 selecteert, gaat de
signaalklok slechts eenmaal af.

background image

144

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

Daylight saving (Zomertijd) — U kunt de zomertijd van de thuisstad en de
bestemming instellen op On (Aan) of Off (Uit). Deze instelling blijft ook
gelden als u de thuisstad en de bestemming wijzigt.