Nokia 9110i Communicator - Systeeminstellingen

background image

Systeeminstellingen

Systeeminstellingen wijzigen

1 Druk op Settings (Instellingen) in het beginvenster van System.

2 Selecteer de instelling die u wilt wijzigen.

3 Druk op Change (Wijzigen).

De systeeminstellingen zijn de volgende permanente instellingen:

System sounds (Systeemgeluiden) — Deze functie omvat alle geluiden van de
communicator. De beschikbare instellingen zijn:

Default ringing tone (Standaardbeltoon) — De standaardbeltoon is het
normale belsignaal van de telefoon. Dit wordt weergegeven telkens
wanneer u wordt gebeld door iemand voor wie u geen persoonlijke beltoon

Opmerking: als een toepassing voor pc-
aansluiting of de faxmodemtoepassing
actief is, verbruikt de communicator meer
stroom dan normaal. Sluit deze
toepassingen als u ze niet gebruikt om de
gebruiksduur van de batterij te verlengen.

background image

126

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

hebt ingesteld in de bijbehorende relatiekaart.

U kunt een van de tonen in

het vak kiezen of met de toepassing Composer een speciale beltoon voor
de telefoon maken. Zie ”De composer” op pagina 144. U kunt eveneens de
geluiden die u met de digitale stemrecorder hebt opgenomen, als beltonen
gebruiken. Zie ”Spraakrecorder” op pagina 148. Als een toon of geluid
gewist is, wordt de toon of het geluid vervangen door de standaardbeltoon
Nokia tune.

Alternate ringing tone (Andere beltoon) Als uw SIM-kaart de andere
lijnservice ondersteunt, kunt u een andere beltoon voor lijn 2 selecteren.
Zie ”Instellingen van de toepassing Telephone” op pagina 60.

Notification tone: On / Off (Waarschuwingstoon: aan / uit) Hiermee stelt
u in of er een geluidssignaal wordt gegeven als er bijvoorbeeld te weinig
geheugen beschikbaar is.

Application tones: Calendar alarm, Clock alarm, Received fax, Received
SMS, Received mail
(Toepassingstonen - Agendasignaal, Kloksignaal,
Ontvangen fax, Ontvangen SMS, Ontvangen post) — U kunt voor al deze
afzonderlijke signalen een specifieke toon instellen. Aan de toon is dan te
horen of u bijvoorbeeld een fax of een kort bericht hebt ontvangen.

Met de optie None (Geen) schakelt u de geselecteerde toon uit, met
uitzondering van het wekkersignaal. Let erop dat bij uitschakeling van de
telefoon alleen kalender- en wekkersignalen hoorbaar zijn. Hiervoor
moeten echter wel de beltonen zijn ingesteld met de systeeminstellingen.

Print settings (Afdrukinstellingen) — Hiermee kunt u de standaardinstellingen
voor het afdrukken kiezen. Zie ”Documentfuncties” op pagina 24 voor meer
informatie over afdrukken.

Connection type (Verbindingstype) — Hiermee kunt u een infrarood- of
kabelverbinding kiezen.

Header (Koptekst) — Schakel deze optie in als u boven elke pagina uw
naam en de datum en tijd van de afdruk wilt afdrukken.

Paper size (Papierafmeting) — Hiermee kunt u het papierformaat A4 of
Letter kiezen.

Default printer (Standaardprinter) — Hiermee selecteert u de printer die bij
de kabelverbinding wordt gebruikt.

Baud rate: 9600 / 19200 / 57600 / 115200 (Baudsnelheid: 9600 / 19200 /
57600 / 115200) — Hiermee selecteert u de snelheid van de
gegevensoverdracht voor de kabelverbinding.

Flow control: Software / None (Datatransportbesturing: software / geen) —
Hiermee kunt u instellen of het datatransport door de software wordt
bestuurd.

Data bits: 7 / 8 (Databits: 7 / 8) — Dit is een hostspecifieke
communicatieparameter voor de kabelverbinding.

Parity: None / Odd / Even (Pariteit: geen / oneven / even) — Dit is een
hostspecifieke communicatieparameter voor de kabelverbinding.

background image

127

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.

Stop bits: 1 / 2 (Stopbits: 1 / 2) — Dit is een hostspecifieke
communicatieparameter voor de kabelverbinding.

Backlight period (Tijd verlichting) U kunt instellen hoelang de verlichting
blijft ingeschakeld. De beschikbare instellingen zijn 15/30/45 seconden /1/2/
3/4/5 minuten
. U kunt de verlichting ook uitschakelen met de toets

.

Screen blanker period (Schermwisperiode) — Met deze functie stelt u de tijd in
waarna het scherm leeg wordt bij inactiviteit van het apparaat. Zo gaat de
batterij langer mee en wordt de gebruiksduur van de communicator verlengd.
U kunt een tijd opgeven tussen twee en vijftien minuten. De schermwisfunctie
kan niet worden uitgeschakeld.

Contrast control (Contrastregeling) — Het contrastvenster toont een testbeeld
en een aantal opdrachten waarmee het beeld kan worden aangepast. Met de
opdrachttoets ‘+’ vergroot u het contrast en met de opdrachttoets ‘–’
vermindert u het contrast. Als tevreden bent met de instelling drukt u op OK.

Preferences (Voorkeuren) — Hiermee kunt u de datum- en tijdnotatie en de
maateenheid wijzigen:

Date format: dd.mm.yy / mm.dd.yy / yy.mm.dd. (Datumnotatie dd.mm.jj /
mm.dd.jj / jj.mm.dd). — Bijvoorbeeld 22.03.98 / 03.22.98 / 98.03.22.

Time format: 24 hour / AM/PM (Tijdnotatie: 24-uurs / AM/PM) —
Bijvoorbeeld, 09:35 / 9:35 AM.

Unit of measure (Maateenheid) — Kies Centimetre of Inch als de
basiseenheid.

Figuur 1

Opmerking: als u de
verlichting vaak gebruikt,
raakt de batterij snel leeg.

background image

128

©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.